De demonstrant als nieuwe crimineel

2021 is nog maar net begonnen als het Museumplein voor de derde keer wordt aangewezen als veiligheidsrisicogebied.

Sinds 24 januari ga ik wekelijks naar de Museumpleindemonstraties. In eerste instantie om met eigen ogen te zien of de aanwezige demonstranten inderdaad zo gewelddadig zijn dat ze met waterkanonnen en ME te paard in het gareel moeten worden gehouden. Het bleek iets anders te liggen. Zoals ook terug te zien is op de filmbeelden die ik ter plekke maakte, ging er geen geweldsdreiging uit van de groep protesterende burgers, maar van de politie. Natuurlijk, er waren relschoppers, maar deze stonden in essentie te wachten tot de ME een eerste stap zou doen. En dat deden ze zonder duidelijke aanleiding en met veel machtsvertoon.

Als er op deze manier werd om gegaan met het demonstratierecht, dan mocht dat niet onopgemerkt gebeuren. Ik besloot de Museumpleindemonstraties te blijven vastleggen.

Op de zondag erna, op zondag 31 januari, koos het gezag ineens een andere strategie. De politiemacht stond weliswaar paraat, inclusief waterkanonnen, maar greep niet in. Waarom zouden ze ook. Er stonden bezorgde burgers die niets anders deden dan vreedzaam hun zorgen en kritiek uiten op het coronabeleid. Na twee uur ging iedereen weer zijns weegs met het gevoel dat ze hadden gedaan wat ze konden.

Ondanks dit vreedzame verloop werd het Museumplein de week erna, op 7 februari, wederom aangewezen als veiligheidsrisicogebied. De driehoek kan tot zo’n aanwijzing overgaan wanneer aannemelijk is dat er wapenbezit of wapenmisbruik zal zijn. In het besluit ‘Omgeving Museumplein 7 februari’ stond dat de politie preventief kon fouilleren. Bovendien deed de driehoek op de site “in lijn met de afgekondigde code rood en het weeralarm van de KNMI een oproep om vandaag niet te demonstreren.”

De bezorgdheid van de overheid was wat beklemmend, maar het goede nieuws was dat de demonstratie niet was verboden.

Het was inderdaad steenkoud en het Museumplein lag die zondag onder een maagdelijk pak sneeuw. Voor het eerst stond er geen ME, maar wemelde het slechts van de politiebusjes. Optimistisch en goed van vertrouwen als ik ben ging ik er vanuit dat we allemaal al doende leren en dat de politieagenten er waren om te zorgen dat de relschoppers geen kans hadden.

Op het plein stond een groepje demonstranten. Omringd door gezinnen met kinderen die van de sneeuw genoten werd er wat gedanst en accordeonmuziek gemaakt. Ik glimlachte vriendelijk naar de politie om te laten blijken dat ik hun aanwezigheid op prijs stelde.

Ik besloot net mijn camera uit te zetten – Want hoe lang blijft een groep vredige demonstranten interessant? – toen de smartlappen spelende accordeonist omsingeld werd door zo’n tiental agenten. Hij moest zich identificeren. (zie hier de beelden)
Hij stopte met spelen, stak zijn handen in de lucht en liet weten dat hij geen ID op zak had.

Nu heb ik altijd geleerd dat er een toonplicht is, maar geen draagplicht. Je hoeft je ID dus niet bij je te hebben, maar je moet wel op de een of andere manier regelen dat je hem kunt tonen. En verder moet er natuurlijk een aanleiding zijn om iemand naar zijn ID te vragen. Maar wat had deze man misdaan? Had hij wapens, was hij gewelddadig, speelde hij vals?

Wat het ook was, hij werd door tien politiemannen ingesloten en met ferme kracht afgevoerd naar een busje.

Ik liep mee en zei al filmend tegen een agent dat ik het nogal beangstigend vond dat iemand zonder aanleiding werd afgevoerd. Ik kreeg geen antwoord en dus vroeg ik of hij er was om demonstranten te beschermen of om geweld tegen ze te plegen.
En toen moest ook ik mijn ID laten zien.

Het was een veiligheidsrisicogebied en ik stelde lastige vragen, maar met het dragen van vuurwapens of fysiek geweld had het niets te maken.
Ik had ook geen ID bij me, die was ik stomweg vergeten.

De bankpas die ik bij me had gestoken haalde ik tevoorschijn, ik noemde mijn voornaam en geboortedatum en opperde dat ik op een later tijdstip mijn ID op het bureau zou tonen. Maar daar zag de agent geen brood in. Hij liet me fouilleren en vroeg naar mijn adres. Tegen die tijd vertrouwde ik hem allang niet meer noch de situatie en leek het me beter dat niet te geven. En dus moest ik mijn spullen inleveren, kon ik nog net het thuisfront informeren waarna ik in de cel van het politiebusje werd gezet. In de cel ernaast zat de accordeonist aan de Amsterdamse grachten te zingen.

Vanuit de ijskoude bus zag ik dat we de stad uitreden en in Zuidoost belandden.

“Die vrouw eerst” hoorde ik iemand zeggen en even later ging de deur van het slot en werd ik een ondergrondse garage ingeleid, die met donkere plastic zeilen in compartimenten was ingedeeld. Een batterij agenten stond klaar om ons, twee wat verdwaalde arrestanten, op te vangen. Er werd druk heen en weer gelopen, ik kreeg een vel met een nummer in handen geduwd, een fotocamera werd op me gericht en KLIK. Ik stond op de politiefoto.

Daarna werd ik voorgeleid aan de dienstdoende officier van justitie. Nog wat wantrouwend legde ik uit dat het afvoeren van de accordeonist voor mij beangstigend was, dat ik me niet veilig voelde en dus mijn adres niet wilde geven. Hij leek het te begrijpen en constateerde dat ik er niet gewelddadig uitzag. Iets gerustgestelder vertelde ik dat ik bij de demonstratie aanwezig was om vast te leggen wat er gebeurt en dat ook zou blijven doen omdat de demonstranten te makkelijk als hooligans en idioten worden neergezet en zo van hun demonstratierecht worden beroofd. Ik zei dat we zuinig moeten zijn op het recht op demonstreren. “U moet toch ook op een dag vreedzaam de straat op kunnen wanneer u het ergens niet mee eens bent?”, vroeg ik. Hij gaf me gelijk.
Even later zeiden zelfs de agenten dat ze me begrepen.

Mijn man mailde een kopie van mijn ID, dat ik vanaf mijn telefoon aan een agente mocht tonen. Waarom had niemand deze mogelijkheid eerder geopperd, toen we nog op het Museumplein stonden? Nu stond ik ineens in een buitenwijk, in het half donker met een snijdende wind waardoor ik me lastig kon oriënteren.

Eenmaal thuis las ik op de site van de politie: “De politie begeleidt in opdracht van de burgemeester demonstraties om de veiligheid voor demonstranten en de omgeving te bewaken. Daarom zijn we zichtbaar aanwezig en zijn we in contact met de demonstranten. Zo houden we een vinger aan de pols. Ons optreden is er op gericht om bij eventuele spanningen te de-escaleren, mocht het nodig zijn. We treden op wanneer strafbare feiten worden gepleegd, gemaakte afspraken niet worden nagekomen of de gezondheid van demonstranten of omstanders in gedrang komt. We streven ernaar dat vrijheid en veiligheid bij iedere demonstratie in balans zijn.”

Veiligheid van demonstranten? De-escaleren van spanningen? Het waren blijkbaar niet langer de instructies waarmee de politie door de burgemeester op pad werd gestuurd naar een demonstratie. De opdracht leek eerder intimideren en verstoren, desnoods met paarden, blaffende honden, waterkanonnen en wapenstokken.

En inderdaad wanneer je de beelden ziet dan laat je het wel uit je hoofd om de straat op te gaan. En dat is blijkbaar de bedoeling. Het effect is dat tegengeluiden van gewone burgers onnodig worden gecriminaliseerd en gesmoord.

Uit de talloze petities en artikelen van diverse groepen artsen, hoogleraren en andere bezorgde burgers, blijkt dat er behoefte is aan debat, aan perspectief en onderzoek naar alternatieven voor het huidige beleid. Wanneer deze vaak waardevolle stemmen ruimte krijgen kan de democratie haar werk doen. Maar dan moet de democratie wel kunnen functioneren, dan moet het voor iedereen veilig voelen om tot een eigen mening te komen en moet deze ook vreedzaam geuit kunnen worden, ook op een plein midden in Amsterdam.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s